Ik heb het al eens op Twitter geplaatst: ik vind dat hulpverleners niet op vakantie mogen. Net zoals ik vind dat ze niet ziek mogen zijn. En zwangerschappen van hulpverleners zouden helemáál verboden moeten worden. Op social media waren veel mensen het met mij eens. Vooral patiënten, moet ik eerlijk zeggen. Psychologen en psychiaters reageerden toch net wat anders op mijn stelling. Met redenen als: ‘óók rust nodig’ en ‘wij zijn ook maar mensen’. Sommigen wezen mij zelfs op hun CAO. Overigens allemaal niet serieus bedoeld. Ze snapten de ironie. Gelukkig maar.

Terwijl mijn psycholoog vrolijk roept: ‘dan zie ik je over drie weken gewoon weer’, lach ik als een boer met kiespijn. Daarbij krijg ik er toch nog de volgende woorden uitgeperst: ‘heel veel plezier op je vakantie’. Toch beter dan de andere opties die ik in gedachten had: ‘Zou je anders met mij op vakantie willen?’ en ‘Kan je niet gewoon één weekje weg? Daar rust je toch ook wel van uit?’

Het lijkt me serieus wel iets: je vaste hulpverlener mee met jóuw vakantie. Tijdens een paniekaanval staat deze dan geruststellend naast je en als je ’s ochtends te somber bent om je bed of luchtbed uit te stappen, dat je psycholoog dan zegt: ‘Kom op, als je weer even bezig bent, dan gaat het wel weer. Beweging en ritme is goed bij een depressie!’

Nee. Ik moet het zelf gaan doen, net zoals heel veel patiënten om mij heen. We zoeken steun bij elkaar en delen ervaringen: ‘Die van mij gaat gelukkig maar een week, want zijn vrouw is zwanger’ of, een doemscenario voor bijna elke patiënt: ‘Die van mij gaat een rondreis maken van vijf weken.’ Vijf weken! Vijf weken! We steunen hem door te zeggen dat die vijf weken vast heel snel voorbijgaan. En tegelijkertijd zijn we blij dat het niet ónze hulpverlener betreft die zo’n onzinnig plan heeft bedacht.

We geven elkaar ook tips. De eerste, en in mijn ogen de beste: plan je vakantie tegelijk met je hulpverlener. Gewoon, eens tussen neus en lippen door, zo rond januari, vragen, of hij/ zij al vakantieplannen heeft. En met een beetje geluk weet je wanneer jij je reis kan gaan boeken.

Omdat het bovenstaande niet altijd haalbaar is, zal ik ook wat tips geven die je écht door deze periode gaan slepen:

  • Ga zelf dingen doen! Thuis op de bank zittend, kijkend naar de klok, is geen goed idee. Ga wandelen, fietsen, bezoek een stad. En bedenk je: mijn psycholoog/ psychiater/ SPV’er vindt dit vást een goed idee, of: hij/ zij is zelfs trots op mij als ik dit doe.
  • Houd een schriftje bij. Schrijf wat je hebt gedaan en nog gaat doen. Het zal je opvallen dat de dagen op papier toch best snel gaan.
  • Verwen jezelf een beetje. Koop bloemen voor op tafel. Haal een gebakje voor bij de koffie. Kies in een grote kaartenwinkel een mooie kaart uit om in een lijstje te doen.

 

Lukt het je nog niet om de tijd te doden? Houd vol, écht, de vakantietijd gaat ook weer voorbij. En als het écht niet gaat, kan je wellicht contact zoeken met een vervanger. Bedenk waar je na de vakantie gericht mee aan de slag wil. Misschien geeft dat weer wat houvast voor de komende tijd.

Voor nu wens ik iedereen, patiënten, cliënten en zélfs hulpverleners een heel fijne vakantie! En indien nodig: ook veel sterkte!

Artikeldatum