Ggz-zorg bij mensen met een migratieachtergrond vraagt om een specifieke aanpak. Het Netwerkcentrum Transculturele Psychiatrie van Dimence richt zich op passende zorg bij deze patiëntengroep. Het gaat om een brede groep; vluchtelingen, ongedocumenteerden, eerste en tweede-generatiemigranten. “De culturele verschillen en het verhaal van de migratie spelen een belangrijke rol bij de behandeling”, zegt psychiater Erik van Twillert.

Acht jaar geleden kwam psychiater Erik van Twillert met zijn gezin terug uit Tajikistan, waar hij zeventien jaar had gewerkt als arts. Hij ervaarde zelf wat een migratie met een persoon en een gezin doet. “En dan had ik het nog makkelijk vergeleken met mensen die hier als vluchteling komen.”

Netwerkcentrum
Als behandelaar bij Dimence zag Van Twillert dat migranten met psychische problemen regelmatig verwezen werden naar instellingen buiten de regio. “Terwijl de visie van Dimence juist is dat wij passende zorg dichtbij willen bieden aan al onze cliënten.”

Ook met de groei van het aantal mensen met een migratieachtergrond in de regio ontstond de behoefte aan meer kennis en handvatten voor behandelaren om de zorg aan migranten beter te laten verlopen. “De behandeling van deze groep patiënten is complex. De cultuur, trauma rond een migratie en rouw spelen vaak een belangrijke rol. Dat vraagt om speciale vaardigheden van behandelaren en de organisatie.”

Het Netwerkcentrum Transculturele Psychiatrie biedt consultatie, co-behandeling en de mogelijkheid voor een second opinion. “Op deze manier verspreiden we kennis, zodat de hele organisatie toegankelijk is voor mensen met een migratieachtergrond. We zien dat nu de meeste cliënten binnen de bestaande teams worden behandeld. In enkele gevallen nemen behandelaren van het netwerkcentrum een behandeling over.”

Transitie
Het netwerkcentrum zorgt daarnaast voor een betere aansluiting met het sociaal domein. “Dat valt samen met de brede ontwikkelingen binnen de ggz”, zegt Willeke de Jong, projectcoördinator van het netwerkcentrum. “We werken samen met thuiszorg, POH’s-GGZ, gemeente, sociale wijkteams en het Centrum voor Jeugd en Gezin in de regio. Daarbij kijken we welk aanbod individueel moet, wat in een groep kan of waarbij bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen kunnen helpen.

De behandeling start daarom met de ‘netwerk intake’. “We kennen de mensen of partijen die een rol kunnen spelen bij de problemen die niet binnen de specialistische ggz behandeld moeten worden maar binnen het sociaal domein. Met behulp van de netwerk intake krijgen we goed zicht op wat daarbij nodig is. Op die manier kan de specialistische ggz-zorg zich voornamelijk op de behandeling van psychiatrische klachten richten.”

Passende psychiatrische zorg
Verschillende drempels maken zorg voor deze groep patiënten niet makkelijk. De netwerkintake kost meer tijd, de behandeling vraagt om een creatieve insteek en vaak is daarvoor zorg nodig die afwijkt van de standaard. “Je wil evidence based behandelingen aanbieden. Veel van deze behandelingen zijn echter getest op een exclusieve groep van hoge opgeleide, witte personen. Wij zien veel mensen met taalproblemen en lage gezondheidsvaardigheden. Daar moet je je informatie en behandeling op aanpassen.”

En de dynamiek van de behandeling is wisselender bij deze groep, denkt De Jong. “Culturele verschillen zijn er altijd. Maar bij deze groep moet je daar meer dan normaal rekening mee houden. Of je krijgt plotseling te maken met een verhuizing, migratie of gezinshereniging. Dat vraagt om een flexibele aanpak.”

Drempels
Daarbij zijn er ook drempels waar patiënten zelf tegenaan lopen. “Bij sommige groepen zit er een stigma op de behandeling van een psychiater of psycholoog, ‘dan ben je gek’.” Verder zien Van Twillert en de Jong financiële en praktische belemmeringen. Van Twillert: “Mensen kunnen de eigen bijdragen of reiskosten niet betalen, kunnen de weg niet vinden in het OV of hebben geen auto waardoor er altijd iemand uit het netwerk mee moet. Het vraagt dan wel iets van de patiënt en naasten om de juiste zorg te krijgen.”

Investering
Van Twillert: “We zijn een nieuw team gestart en veel tijd kwijt aan de ontwikkeling daarvan. Ook contact leggen met de partners in het veld vraagt om een investering. Toch kiezen we als organisatie bewust voor specialisatie in deze groep. Het is mooi dat wij daar de ruimte voor krijgen maar we zijn er ook van overtuigd dat onze aanpak zich uiteindelijk terug verdient.”

De Jong: “Er is nu een ontwikkeling van consultatiegelden, waarbij consultaties geboden door partners in het sociaal domein binnen de ggz vergoed gaan worden. We onderzoeken nog hoe we dat verder kunnen vormgeven.” Ook heeft de organisatie de wind mee als het gaat om de financiering, denkt Van Twillert. “Voorheen financierden we via een Diagnose Behandel Combinatie (DBC). Dat is nu het zorgprestatiemodel geworden, waardoor tolken voor volwassenen vergoed worden sinds begin 2023. Dat maakt een groot verschil.”

Groei
De aanmeldingen bij het netwerkcentrum laten een continue groei zien, waardoor er nu een wachtlijst ontstaat. We zijn klein begonnen en rollen het uit over de organisatie en het werkgebied. Daarmee bedienen we nu de regio Zwolle en Deventer maar we willen langzaam uitbreiden en zijn dus op zoek naar behandelaren. Deze manier van werken helpt ook om ons slimmer te laten werken en op een duurzame manier de zorg in te richten voor de toekomst."

Corine Lutz, Zorgvisie, 14 maart 2024