Chronotherapie; effectief tegen depressie?

Deze zomer stemt mensen blij. De droogte is dan wel spelbreker, maar toch ziet de wereld er  zonnig uit, de buitenwereld en evenzeer onze binnenwereld. Onze stemming is dus niet een statisch gegeven. Zon, ervaringen, stress, alles wat dagelijks op ons afkomt heeft invloed. Maar ook  factoren “van binnen”: onze psychologie en biologie.  Dit samenspel kan helaas fout gaan, wat soms leidt tot depressie, waarbij allerlei zaken ontregeld zijn: stemming, slaap, eetlust, denken (negatieve gedachtes, overmatig piekeren), maar bijvoorbeeld ook het tijdsbesef.

De vraag is: werkt (zon-)licht echt gunstig op onze stemming? Het antwoord is ja. Intuïtief wel, zou je zeggen. Maar is er ook een “wetenschappelijk ja”?

In een zonnig Parijs in 2009 nam ik deel aan het biologische psychiatrie congres (WSFBP). Een viertal internationale experts gaven een inkijk in de fascinerende wereld van de chronotherapie. Een waar innovatief elan. En effectief!

Chronotherapie richt zijn pijlen op onze biologische klok, een kern niet groter dan een speldenknop in het regelcentrum van het brein, die als regisseur optreedt van alle ritmes in ons lijf. Chronotherapeutische technieken beïnvloeden deze ritmes én psychiatrische klachten. Lichttherapie is vanouds de meest bekende vorm, en andere toepassingen deden daarna hun intrede. Spectaculair was bijvoorbeeld het effect van slaapdeprivatie (waaktherapie, therapeutisch doorhalen zeg maar) bij ernstige depressies. Meestal met slechts tijdelijk effect helaas: na  “bijslapen” waren de meeste patiënten weer depressief. Terug bij af dus. Inmiddels is duidelijk dat  een combinatie van technieken (licht, waaktherapie, vervroeging van de slaap/waakfase, donkertherapie), met medicatie samen, een duurzaam effect kunnen geven op depressie. Met geringe bijwerkingen en beperkte (extra) kosten.

Toch is de weg naar de specialistische behandelpraktijk nog niet breeduit bewandeld. Want niet iedereen is overtuigd van de meerwaarde van chronotherapie. Er zijn kritische artikelen die de (vermeende?) effectiviteit aanvechten. Daar zit wel wat in. De omvang van de trials is vaak beperkt, de bewijskracht daardoor minder sterk. Onderzoek is lastiger uit te voeren met de gangbare gerandomiseerde “dubbelblinde” methode toegepast bij medicatie. Waar een neppil (placebo) sprekend lijkt op een “echte” pil (met werkzame stof), is “neplicht” anders dan het felle licht als werkzame “stof”, geleverd door de bekende lichttherapie lampen. En dus herkenbaar. Bovendien, zwakker licht blijkt ook van invloed op stemming; het is dus geen echte placebo.

Positieve onderzoeksresultaten blijven herhalen!

Positieve uitkomsten van research continu voor het voetlicht blijven brengen aan de sceptici! Dat zei Anna Wirz-Justice, een van de grondleggers van de chronotherapie. Zij was destijds in Parijs één van “de vier”; afgelopen juni sprekend in Groningen op de 30e jaarlijkse bijeenkomst van de SLTBR, de Society for Light Treatment and Biological Rythms. En een andere strategie: wetenschappelijk onderzoek zó uitvoeren dat het de chronotherapie past en tegelijkertijd overtuigend is. Aldus Francesco Benedetti, eveneens een van de grondleggers. Meer onderzoek is dus nodig om de “evidentie” en de “plek” van chronotherapie te verstevigen. En meer podium te geven! In Nederland is er het CNN, het Chronotherapie Netwerk Nederland, een collegiaal verband van gedreven behandelaren, met korte lijnen via e-mail, en een jaarlijks symposium (afgelopen 18 mei 2018)! Bekijk de website voor literatuur over chronotherapie!

Artikeldatum