Innovaties in de zorg

Waarom zetten we digitale innovaties in tijdens de behandeling? Innoveren we omdat het moet of innoveren we omdat het kan? Vaak redeneren we van wat naar hoe en tenslotte het waarom. Ik draai het graag om.

De patiënt zien als partner tijdens de behandeling, dat is het belangrijkste speerpunt binnen het Cluster Ontwikkelingsstoornissen (COS). Dit doen we op verschillende manieren; tijdens de zeepkistbijeenkomsten kunnen patiënten met een ontwikkelingsstoornis (ADHD of autismespectrumstoornis), hulpverleners en managers elkaar vragen stellen of andere zaken delen. Dit is een groot succes in locatie Lorna Wing waar de meeste patiënten verblijven. De vragen lopen uiteen van een nieuwe behandeling, het eten wat de patiënten krijgen, onderzoeken die er gedaan worden tot vragen over vacatures. 

Het merendeel van de patiënten die bij het COS in behandeling zijn gebruiken een smartphone. Hier sluiten we graag op aan tijdens de behandeling.

De patiënt heeft, waar mogelijk, de regie over zijn of haar leven en dus ook over de behandeling. De patiënt wordt daarom ook betrokken bij besprekingen die we als team hebben. Innovaties worden dus ingezet om de regie van de patiënten te vergroten.

Hoe zetten we innovaties in tijdens de behandeling?

Het merendeel van de patiënten die bij het COS in behandeling zijn, zijn digitaal (zeer) vaardig. Ze gebruiken vrijwel allemaal een smartphone of andere apparaten. Hier sluiten we graag op aan tijdens de behandeling.

Wat zetten we in tijdens de behandeling?

We werken met digitale planborden waarop met behulp van op maat gemaakte pictogrammen het dagprogramma weergegeven wordt. Ook wordt er op aangegeven wie er van het personeel aanwezig is. Deze pictoplanner is te koppelen aan de eigen mobiele apparaten, bijvoorbeeld een smartphone of een tablet, van de patiënten waardoor ze hun programma altijd bij zich hebben. Ze krijgen signalen wanneer de volgende activiteit gepland staat. Dit helpt de patiënten enorm in hun zelfredzaamheid.

We hebben ook een pilot gedaan met een patiëntendossier waar patiënten zelf eigenaar van zijn. Zij kunnen zelf schrijven en lezen in hun eigen dossier en bepalen wie ze toegang willen geven tot hun dossier. Dit vanuit het oogpunt dat de patiënt echt als partner gezien wordt. Soms vindt de patiënt het moeilijk om mondeling informatie over te dragen aan behandelaren. Door het op te schrijven in het dossier wordt het voor de patiënt makkelijker om de juiste informatie te delen. We zijn nu aan het bekijken hoe we na deze pilot verder gaan.

Momenteel loopt er een pilotbehandeling met virtual reality. Met behulp van de Oculus Rift, een 3D-bril, worden er een aantal dagelijkse situaties nagebootst. Patiënten worden soms angstig van bijvoorbeeld een drukke winkelstraat, een station of een bezoekje aan de winkel. Als de patiënt de bril op heeft is het net of ze zich bevinden op de plaats waar angstgevoelens kunnen ontstaan. Door tijdens de behandeling de angstige situatie te oefenen, is de verwachting dat de angst verminderd. We onderzoeken, samen met onderwijsinstelling Saxion, of dit ook het geval is. De eindpresentaties hiervan zijn 23 juni.

Wat zouden we nog meer willen in de toekomst?

Persoonlijk ben ik van mening dat het belangrijk is om aan te sluiten bij wat er al gebruikt wordt. Denk hierbij aan games, smartwatches, fitbits en apps. Ik verwacht dat dit een grote vlucht gaat nemen binnen de zorg. Zijn we er op voorbereid?

Renze van den Noort is teamleider Topreferente ggz, waar het Cluster Ontwikkelingsstoornissen (COS) een onderdeel van is. High care/medium care (HCMC) en langdurig behandelen zijn afdelingen binnen het COS. 

Artikeldatum