Als 38-jarige ben ik inmiddels 26 jaar regelmatig ggz-cliënt, door mijn stoornis in het autistisch spectrum. Opgeleid als IT'er verbaas ik me er al jaren over hoe traag de digitalisering van de ggz (zowel basis als specialistisch) verloopt. Zelf geloof ik erg in zaken als ‘digitaal, het nieuwe normaal’ of ‘koude techniek voor warme zorg’, maar helaas is het een feit dat geen enkele grote ggz-instelling begin 2020 boven de 20 procent e-health-behandelingen zat (en dan doel ik op echte behandeling, geen e-mailcontact).

Vervolgens kwam COVID-19 om de hoek kijken en daarbij zag je veel mensen vanuit de ggz massaal (noodgedwongen) het digitaliseringspad opgaan. We bevinden ons nu echter op een kantelpunt: er gaat weer meer mogelijk worden rondom fysiek mensen zien en ik merk dat veel behandelaren niet kunnen wachten om cliënten en collega's weer fysiek te ontmoeten. Ook hoor ik vanuit cliëntperspectief een aantal vrij luidruchtige geluiden die oproepen tot fysieke afspraken. Ook recentelijk gaf de staatssecretaris een heldere oproep waarin hij de ggz opriep om vooral weer mensen face to face te gaan zien.

Hier komen we bij de eerste foute aanname: beeldbellen is natuurlijk ook mensen face to face zien (je ziet elkaar live maar dan via een cam). Zelf spreek ik dan ook liever over fysiek face to face- en digitaal face to face-contact.

Een andere hardnekkige foute aanname is dat digitaal face to face-conctact per definitie inferieur is aan fysiek face to face-contact. Definities/generalisaties gaan sowieso slechts zelden op binnen de ggz en ook deze is onjuist. Natuurlijk is het zo dat een bepaalde cliëntpopulatie en behandelaren baat hebben bij fysiek face to face-contact, maar er zijn in mijn overtuiging minstens evenveel mensen die er enorm veel baat bij hebben om vanuit hun vertrouwde setting thuis hun behandelaar te spreken.

Het is daarom voor zowel patiënten als behandelaren zaak om de ingezette digitalisering ook echt te bestendigen. Ga niet te snel uit gewoonte terug naar het ‘oude normaal’, maar maak per keer de afweging welke vorm van contact het best passend is. Uiteraard moet deze afweging de uitkomst zijn van een goed gesprek tussen cliënt en behandelaar.

Artikeldatum